Beide kaken

Door een standscorrectie van de onder- en bovenkaak tegelijk uit te voeren kan men zowel de stand van het gebit als de harmonie van het aangezicht optimaal beïnvloeden. Omdat bij de behandelplanning de esthetiek natuurlijk een belangrijke rol speelt komt het vaak voor dat beide kaken tegelijk en in één operatie gecorrigeerd worden. Dit noemt men in vaktermen een bimaxillaire osteotomie. Uw specifieke wensen, het profiel, de verhoudingen in het gezicht, de zichtbaarheid van de boventanden en de positie van het gebit in het gezicht bepalen vooraf de precieze planning. Ook de toekomstbestendigheid van het eindresultaat speelt daarbij een rol. Omdat tegenwoordig de ademweg steeds meer aandacht krijgt komt een voorwaartse verplaatsing van beide kaken in ons deel van de wereld het meest voor. Naast verruiming van de ademweg, met minder kans op snurken, heeft een voorwaartse verplaatsing van de kaken ook een positief effect op de zachte weefsels en op de veroudering van het aangezicht. Dit valt dan te beschouwen als een ‘omgekeerde facelift’.

Afhankelijk van de kaakvorm en de stand van het gebit komt het voor dat de bovenkaak in 2 of 3 delen wordt gecorrigeerd. Ook passen we vaak een correctie van de kin toe in combinatie met de bimaxillaire osteotomie.

Standscorrectie van onderkaak, bovenkaak en kin

Standscorrectie van boven- en onderkaak

Wanneer er sprake is van een standsafwijking van een of beide kaken is het vaak niet mogelijk om met alleen orthodontie een fraai resultaat te bereiken. Een standscorrectie van de onder- en/of bovenkaak is dan vaak aangewezen. Het doel van de ingreep is om de beet te herstellen en daarbij het profiel en de harmonie in het aangezicht te verbeteren. Operatieve kaakcorrecties worden vrijwel altijd in combinatie met orthodontie uitgevoerd. Omdat functie en esthetiek hand in hand gaan komt het tegenwoordig steeds vaker voor dat er een correctie van beide kaken wordt uitgevoerd al dan niet in combinatie met een kincorrectie. Dit gebeurt altijd in dezelfde operatie, ook wel bimaxillaire kaakosteotomie genoemd. (zie: onderkaak; bovenkaak; kin).

De operatie

De operatie wordt onder narcose via de mond uitgevoerd en duurt ongeveer 120 minuten. Er worden dus geen littekens aan de buitenkant van het gezicht gemaakt. Links en rechts worden botsnedes in de onderkaak aangebracht. De onderkaak wordt vervolgens zo gespleten dat deze als het ware naar voren kan uitschuiven terwijl de botdelen toch tegen elkaar aan blijven komen . Naar achteren schuiven kan ook. Er wordt dan links en rechts een klein stukje bot verwijderd om dit mogelijk te maken. Met behulp van een tevoren gemaakt pasplaatje (wafer) wordt de onderkaak in de gewenste stand geplaatst. De kaakdelen van de onderkaak worden nu in hun nieuwe stand aan elkaar bevestigd met kleine titanium plaatjes en schroefjes. Voor de bovenkaakscorrectie worden vervolgens botsnedes door de neusbijholtes en het neustussenschot aangebracht. De bovenkaak kan dan worden losgemaakt. Met behulp van een tevoren gemaakt pasplaatje (wafer) wordt de bovenkaak vervolgens in de gewenste stand tegen de reeds gecorrigeerde onderkaak geplaatst en vastgezet met kleine titanium plaatjes en schroefjes. Nadat de wondjes zijn gehecht met oplosbare hechtingen worden enkele slappe elastiekjes tussen de beugel van het boven- en ondergebit aangebracht. De kaken zitten dus niet aan elkaar vast als u wakker wordt.

Standscorrectie van onderkaak, bovenkaak en kin

 

Soms is het nodig om de bovenkaak in 2 of 3 delen te opereren om een beter contact tussen onder en bovengebit te bereiken. Dit is vooral aan de orde bij mensen met een open beet en/of een smalle bovenkaak. Dit is altijd onderdeel van de planning en met u besproken.

Verbreding van de bovenkaak tijdens standscorrectie

Na de operatie

Chirurgische kaakcorrecties geven in het algemeen relatief weinig pijnklachten. De zwelling van het gelaat kan echter aanzienlijk zijn. Koelen is daarom verstandig. Ook treedt vaak na enkele dagen een groen/gele verkleuring van de hals op door een bloeduitstorting. De zwelling is na 1-2 weken grotendeels verdwenen. Hetzelfde geldt voor de bloeduitstorting. Na de operatie is er in meer of mindere mate een doof gevoel in de onderlip en de kin aanwezig en vaak ook in het tandvlees van de bovenkaak. Dit houdt vaak enkele maanden aan en herstelt langzaam. Het komt doordat er gevoelszenuwen door of vlak bij het operatiegebied lopen.
De meeste mensen worden op de ochtend van de operatie in het ziekenhuis opgenomen en kunnen de dag na de operatie alweer naar huis.

Het is belangrijk om de mond in het begin goed schoon te houden met desinfecterend spoelmiddel. Na een week kunt u weer voorzichtig gaan poetsen. De eerste week mag u uw neus niet snuiten, maar alleen afvegen of ophalen. Als u moet niezen moet u uw mond open houden en uw neus dichtknijpen. Dit is belangrijk om te voorkomen dat u een te groot drukverschil opbouwt tussen uw neusbijholte en uw mondholte.
De eerste 4-5 weken na de operatie mag u niet kauwen. Uw kaken mag u namelijk niet belasten om zo de botdelen goed aan elkaar te laten vastgroeien. U krijgt adviezen voor zacht voedsel en eventueel supplementen via de diëtist.

De meeste mensen kunnen 2 weken na de operatie hun werk of opleiding weer hervatten. Rustige sporten zoals joggen zijn dan ook weer verantwoord. Contactsporten kunt u het beste de eerste twee maanden vermijden.

U wordt geregeld voor controle gezien in het ziekenhuis en ook de orthodontist ziet u alweer enkele weken na de operatie. Deze gaat dan verder met de orthodontische nabehandeling die doorgaans nog zo’n 6 maanden zal duren (zie: uw behandeling stap voor stap)(zie: brochure operatieve kaakorthopedie).

Risico’s en Complicaties

Een eventueel narcoserisico is laag omdat u van tevoren op het preoperatieve spreekuur van de anesthesioloog (narcotiseur) wordt onderzocht en bovendien kaakcorrecties voornamelijk bij gezonde mensen worden uitgevoerd. Het infectierisico bij kaakcorrecties is erg klein. U krijgt antibiotica rondom de ingreep en ook het reinigen van de mond is van belang om infecties te voorkomen. Soms kan er na een bovenkaakscorrectie een neusbloeding optreden. Deze stopt meestal vanzelf. Bij twijfel dient u uiteraard contact met het ziekenhuis op te nemen. Het is beter de eerste week na de operatie de neus niet te snuiten.
Het belangrijkste risico van de onderkaakscorrectie wordt veroorzaakt door het feit dat de gevoelszenuw van de lip/kin door het operatiegebied in de onderkaak loopt. De zenuw kan hierdoor beschadigd raken wat leidt tot een verminderd gevoel. In de meeste gevallen is dit een tijdelijk fenomeen en herstelt het gevoel zich volledig in en half jaar tot een jaar. Er bestaat een risico dat het herstel niet volledig is en dat er ergens in onderlip of kin een plekje over zal blijven waar het gevoel blijvend gestoord is. Uit onderzoek bij eigen patiënten blijkt dit risico rond de 10% te liggen. Voor de bovenkaakscorrectie geldt dat er een doof gevoel in een deel van het tandvlees van de bovenkaak en soms in de huid van de bovenlip/wang/neusvleugel kan overblijven. Dit risico is kleiner dan voor de gevoelsstoornis in de onderlip. Het is belangrijk om dit mee te nemen in uw persoonlijke afweging of u een chirurgische kaakcorrectie wilt ondergaan.

Na een onderkaakscorrectie komt het soms voor dat de kaakgewrichten pijnlijk zijn en/of minder beweeglijk. Doorgaans is dit tijdelijk van aard. Door zelf te oefenen en eventueel met behandeling door een gespecialiseerd fysiotherapie vallen problemen met het kauwapparaat bijna altijd te voorkomen.
Afhankelijk van de uitgangssituatie bestaat er na een operatieve kaakcorrectie in combinatie met orthodontie een klein risico dat de stand van het gebit en/of van de kaken iets verandert ten opzichte van vlak na de operatie. We noemen dit relaps. Vooral bij mensen met een forse overbeet in combinatie met een open beet en afgeplatte kaakkopjes bestaat er een verhoogd risico op relaps. De overbeet kan dan in het eerste jaar na de operatie weer iets toenemen.

De titanium plaatjes en schroefjes die bij de operatie zijn gebruikt hoeven niet te worden verwijderd. Er zijn geen schadelijke gevolgen van bekend zodat ze in het lichaam mogen achterblijven.