Kaakdistractie

In uitzonderingsgevallen kan de bovenkaak naar voren worden verplaatst of de onderkaak worden verlengd met een speciale techniek die botdistractie of distractie osteogenese wordt genoemd. Nadat de kaak is doorgenomen plaatst de chirurg dan een speciaal apparaat (distractie apparaat) waarmee de kaak of een deel ervan langzaam (1-2 mm per dag) kan worden verlengd. Dit doet men vooral wanneer verlenging in één keer niet goed mogelijk is doordat er veel littekenweefsel aanwezig is of omdat een grote verlenging nodig is. Het vaakst komt dit voor bij mensen met een aangeboren afwijking.

  

Kaakdistractie schematisch weergegeven. Door het uiteendrijven van twee botdelen ontstaat er nieuw bot tussen.

Distractie osteogenese

Distractie-osteogenese, ook vaak botdistractie genoemd, is een techniek waarbij nieuw bot wordt gevormd door het langzaam uit elkaar drijven van botfragmenten. In de orthopedie wordt deze techniek al lang toegepast om benen te verlengen. Sinds het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw wordt distractie-osteogenese ook toegepast op de botten van de schedel en de kaken.

In het geval van een kaak wordt deze doorgenomen en plaatst de chirurg er een distractie-apparaat overheen dat vervolgens langzaam uitelkaar wordt gedraaid (1-2 mm per dag). Op deze wijze vormt zich nieuw bot in de langzaam groter wordende ruimte tussen beide botfragmenten. De kaak wordt zo dus verlengd. Na voldoende verlenging blijft het apparaat nog aanwezig ter versteviging en kan het na 8-10 weken worden verwijderd. Omdat de verlenging langzamer verloopt dan bij een operatieve standscorrectie kunnen de zachte weefsel zich beter aanpassen. De distractie techniek wordt vooral toegepast in situaties waarin er veel littekenweefsel aanwezig is (bovenkaak) en in situaties waarin veel verlenging van de onderkaak nodig is (aangeboren aandoeningen; syndromen). Daarnaast wordt de techniek toegepast in de zogenoemde craniofaciale chirurgie van de schedelbotten en het middengezicht bij jonge kinderen met syndromen. Afhankelijk van de ruimte die aanwezig is worden inwendige of uitwendige distractie apparaten toegepast. Waar mogelijk liefst inwendige apparaten om zichtbare littekens zoveel mogelijk te voorkomen.

Bovenkaaks distractie

Bij mensen met schisis (hazenlip) komt het zeer regelmatig voor dat de bovenkaak achterblijft in groei. Dit komt voor een groot deel door het littekenweefsel dat ontstaat door operaties die op jonge leeftijd moeten worden uitgevoerd zoals het sluiten van de lip, het sluiten van het gehemelte en een spraakverbeterende operatie (pharynxplastiek). Door de aanwezigheid van dit littekenweefsel kan het moeilijk zijn om de bovenkaak ineens met een operatieve kaakcorrectie ver naar voren te verplaatsen. In sommige gevallen is het dan beter om dit door middel van distractie-osteogenese te doen.

Uitwendig gedragen distractie apparaat voor de bovenkaak.

 

Voorbeeld van een distractie apparaat voor de bovenkaak. Dit apparaat kan via de mond worden geplaatst.

 

Onderkaaksdistractie

Distractie-osteogenese in de onderkaak kent ruwweg twee toepassingen die beide maar weinig voorkomen. Dit zijn micrognathie en hemifaciale microsomie.

Micrognathie houdt in dat de onderkaak bij de geboorte erg klein is en dus ver naar achter gelegen is. Uiteraard veroorzaakt dit ademweg en soms ook voedingsproblemen. Meestal komt micrognathie voor als onderdeel van een syndroom. Om te voorkomen dat er door de chirurg een uitwendige opening naar de luchtpijp moet worden aangelegd (tracheostomie) of om ervoor te zorgen dat deze toegang weer ongedaan kann worden gemaakt zal er vaak op zeer jonge leeftijd voor worden gekozen om de onderkaak te verlengen door middel van distractie-osteogenese.

Onderkaak na verlenging met distractie. De gaatjes van de pinnen zijn nog zichtbaar.

 

Hemifaciale microsomie is een aangeboren aandoeningwaarbij er een onderontwikkeling is van één zijde van het gelaat. De ernst kan sterk variëren. Ook het verticale deel van de onderkaak is hierbij aangedaan. Om de asymmetrie te verbeteren is het mogelijk om het te korte verticale deel van de onderkaak te verlengen met distractie-osteogenese. Een soortgelijke verkorting kan ook opgetreden zijn door een traumatische beschadiging van een kaakkopje op jonge leeftijd. Dit type distractie voeren we vaak uit rond 10-12 jarige leeftijd en soms eerder.

Enkelzijdige verlenging van de onderkaak met distractie.

Craniofaciale distractie

Er bestaan vele syndromen waarbij de schedel en de kaken zijn aangedaan. Dergelijke zeldzame aangeboren afwijkingen worden in Nederland in enkele craniofaciale centra behandeld. Dat geldt naast micrognathie ook voor aandoeningen van middengezicht en schedel. Bij correcties op jonge leeftijd wordt vaak distractie-osteogenese toegepast.

Voorwaartse verplaatsing van bovenkaak en middengezicht met distractie osteogenese.